De Achterkant van Kent

 

Swedenborg Essay door Emiel van Galen

Over de invloed van Emanuel Swedenborg

op de Homeopathische Filosofie van James Tyler Kent

 

 

In de hedendaagse professionalisering van de homeopathische geneeswijze speelt de Unitaire, meestal genoemd de 'klassieke' richting in de homeopathische ideologie een vooraanstaande rol. In het 'Beleidsplan van de Vereniging van Homeopathische Artsen in Nederland', dat als een kristallisatie van de Nederlandse homeopathie mag worden beschouwd, wordt de Unitaire, enkelvoudige homeopathie als standaard voor de Nederlandse homeopathische arts beschouwd. Een belangrijke motivatie voor de unitaire homeopathie is de mate van ideologische onderbouwing en de regels om dit te hanteren als therapeutisch systeem. Twee grote namen in de homeopathie zijn daarbij gezaghebbend: Constantine Hering door de relevantie voor de praktijk van de naar hem genoemde 'Wet', maar nog meer de naam van James Tyler Kent, als onderbouwer van het wezen van de unitaire homeopathie in zijn 'Lectures on Homeopathic Philosophy'. De unitaire homeopathie van Hering en Kent baseert zich op het strikt hanteren van de Simila Wet van Hahnemann, waarbij er een hiërarchisatie van symptomen plaatsvindt, met een opvallende waardering voor de 'Mind- en Peculiar symptoms'. Deze opstelling onderscheidt zich radicaal van de scholen, die enkel en alleen op grond van het Silmlia-principe middelen voorschrijven in lage potenties (zoals de klinische school in Duitsland, en Oostenrijk, het pluralisme in Frankrijk, en de pragmatische opvattingen van homeopathische klinieken in Engeland). Deze kwellende tweedeling, die de pogingen om de homeopathie op een definitieve ideologische wijze te onderbouwen blijft teisteren, verhindert tevens een goed onderzoek naar haar filosofische grondslagen. In de discussie over de grondslagen van zowel de homeopathische theorie als praktijk wordt één historisch aspect voortdurend ongenoemd gelaten, zowel in de homeopathische opleiding als in discussies en publikaties over onderzoek naar de filosofische grondslagen: namelijk dat de unitaire school zoals gegrondvest door het werk en de theorie van Hering en Kent, 100 jaar geleden diepgaand beïnvloed is door de filosofische ideeën van de 18e eeuwse Zweedse geleerde, filosoof en mysticus Emanuel Swedenborg. Dit artikel poogt deze leemte op te vullen en een bijdrage te leveren aan het grondslagenonderzoek, dat noodzakelijk is om de homeopathie te funderen in een hedendaags kader, maar tegelijk de homeopathie een sterker en duidelijker eigen identiteit te geven binnen de alom betwijfelde waarde-vrijheid van onze natuurwetenschappelijke werkelijkheid.

Emanuel Swedenborg (1688-1772)

De Zweedse geleerde Emanuel Swedenborg heeft tijdens zijn leven een ontwikkeling doorgemaakt van verlicht geleerde, die als een der eersten prille ontdekkingen in de natuurwetenschap deed, tot uitwerker van een filosofie die zich uiteindelijk tot een zeer aparte vorm van Christelijke theologie zou ontwikkelen, die steeds meer mystieke kanten kreeg. Zijn wetenschappelijke houding werd gevormd door de filosofie van Descartes, de theorieën van Isaac Newton en de opkomende natuurwetenschap. In 1715 werd Swedenborg door de Zweedse koning belast met het toezicht op de mijnbouw, waarover hij in 1734 een eerste werk over de mineralen publiceerde: 'Opera Philosophica et Mineralia'. Hier ontwikkelde hij zijn filosofie van de Natuur, met elementen van Descartes, Leibnitz, en de Engelse filosoof Locke. In De Cultu et Amore Dei uit 1745 beschreef Swedenborg een neveltheorie over het ontstaan van het heelal, waarin [latere] ideeën te herkennen zijn van de filosoof Kant en de natuurkundige Laplace. Hiernaast is Swedenborg het beroemdst geworden om zijn originele ideeën over de anatomie en de psychologie, die te vinden zijn in: 'Oeconomia Regni Animalis' uit 1741, en vooral in: 'Regni Animalis 1744'. Aangezien Swedenborg zijn hele leven bezield was door de drang om tot een allesomvattende synthese te komen, zijn in deze werken de pogingen om relaties te leggen tussen lichaam en psyche, tussen de verschillende organen, en uiteindelijk tussen de spirituele en de materiële wereld, al volop aanwezig. In 1745 gaat de 'natuurwetenschappelijke' houding van Swedenborg vloeiend over in een persoonlijke theologie en, naar aanleiding van een spirituele ervaring, in een persoonlijke mystiek, die geleid heeft tot een stroom van geestelijke werken, die alle geschreven zijn na zijn 57e jaar.

Zijn bekendste geestelijke werk is 'Arcana Coelestia' 1749-56. Swedenborgs invloed Het lijkt waarschijnlijk dat Swedenborg veel meer is gelezen en veel meer invloed heeft gehad dan openlijk wordt toegegeven. Die terughoudendheid ligt mogelijk in Swedenborgs mystieke deel van zijn leven, dat soms moeilijk te rijmen valt met zijn 'rationele' en 'wetenschappelijke' benadering en geschriften uit de eerste 50 jaren van zijn leven. Onder de beroemde namen, die Swedenborg als inspiratiebron genoemd hebben vinden we: Coledridge, Carlyle, Tennyson, Goethe, Heine, Thoreau, Blake, Emerson, Beaudelaire, De Balzac, Dostojevski, Erza Pound, August Strindberg en Jorge Louis Borges. Het Amerikaanse Trancendentalisme geldt als de geestelijke beweging die de grote schrijvers van het 19e eeuwse New England van de Oostkust van Amerika gevormd heeft. Ook deze intellectuele beweging is diepgaand beïnvloed door de filosofie van Swedenborg.

Het Transcendentalisme

Swedenborgs filosofische ideeën bereikten omstreeks 1784 de Oostkust van Amerika, en deze pasten direct in het toenmalige intellectuele klimaat in dat deel van de Nieuwe Wereld. De intellectuele stroming berustte voor een belangrijk deel op de opkomst van de nieuwe wetenschappelijke benadering van de natuur, maar voor een deel bleef er ook plaats voor traditionele gedachten over de fundamentele eenheid in de schepping, en de oude Platonische filosofieën. In deze synthese tussen het wetenschappelijke en mystieke paste de filosofie van Swedenborg perfect en leidde tot de vorming van een nieuwe soort kerkgenootschappen, die de New Church genoemd werd, waarvan de leden bekend werden onder de naam Swedenborgianen. De wortels van de New Church liggen in Londen (1789). De New Church in de Verenigde Staten werd gesticht in 1792 in Baltimore, en in 1817 werd er in Philadelphia de eerste Convention of the Church of the New Jerusalem gehouden. Hoewel de moderne Swedenborgiaanse kerk zich nog steeds baseert op de theologie van Emanuel Swedenborg, moet benadrukt worden dat Swedenborg zelf tijdens zijn leven nooit een kerk gesticht heeft ! In dit milieu was ruimte voor een persoonlijke, christelijke levensovertuiging, die moeiteloos samenging met de opkomst van de 'beschouwende wetenschappelijkheid' van de Verlichting, de natuurfilosofie van de vroege Swedenborg, de mystieke theologie van de late Swedenborg, en nieuwe opvattingen over de literatuur enzovoort. In deze eclectische overtuiging paste de homeopathie als nieuwe, oorspronkelijke geneeswijze, en werd al snel door de Swedenborgianen geadopteerd, en begon de verweving van beide stelsels met elkaar. In de koppeling van de filosofie van Swedenborg in het Amerikaanse van de 19e eeuw, heeft Dr. Garth Wilkinson (1812-1899) een beslissende rol gespeeld. Wilkinson was een homeopathische arts, die bekend geworden is doordat hij als eerste, tijdens een vakantie op IJsland, het geneesmiddel-effect onderkende dat de as van de vulkaan Hecla had. (het ontstaan van exostoses van het bot) Hij bracht hierop wat Hecla Lava mee naar huis en potentieerde het als eerste. Naast zijn verdiensten als homeopathisch practicus heeft Wilkinson echter nog een tweede kant: hij vertaalde de werken Arcana Coelestia, Regnum Animale en Oeconomia Regni Animalis van Swedenborg voor het eerst van het Latijn in het Amerikaans Engels. Een eeuw nadat Swedenborg ze geschreven had, kwamen zijn werken in contact met een nieuwe intellectuele stroming, en daardoor met de beoefenaars van de homeopathie, wat direct een chemische reactie teweeg bracht. Volgens Harris L. Coulter was Dr. Garth Wilkinson opgeleid aan het Hahneman College te Philadelphia, dat opgericht was in 1848 door Constantine Hering. Hering was tevens lid van de eerste Society of Swedenborgians in Philadelphia. Ook Hans Gram, die de homeopathie als eerste in Amerika geïntroduceerd had (1825), Otis Clapp uit New England, John Ellis uit Michigan en de uitgevers Boericke en Tafel, waren bekende Swedenborgianen. Boericke en Tafel gaven veel homeopathische boeken uit, maar ook alle vertalingen van Swedenborgs werken. Garth Wilkinson was overigens in contact gekomen met de homeopathie via Henry James Sr., een invloedrijk uitgever en vader van de Amerikaanse schrijvers William en Henry James Jr. Deze Henry James Sr. was reeds een vooraanstaand Swedenborgiaan en een belangrijke grondlegger van het Transcendentalisme als literaire stroming van de Oostkust van de Verenigde Staten. De banden tussen de Swedenborgianen en de homeopathie waren dus al zeer nauw en het was dan ook vanzelfsprekend en ook sociaal gemakkelijk om je als homeopaat met de New Church te afficheren. De positie van Constantine Hering maakt duidelijk, waarom en hoeveel homeopaten in die tijd lid werden van de 'Gemeenschap van de Swedenborgianen'. Een veelzeggend citaat van Hering: 'While there is good reason why Swedenborgians prefer homeopathic treatment, there is none at all that all homeopaths be Swedenborgians'. Hering hield de overtuiging dat wetenschap zichzelf niet moest bewijzen door het overnemen van een religieuze doctrine. Maar Philadelphia was een centrale plaats in de New Church, veel van Herings collega's en leerlingen waren in contact gekomen met Swedenborgs ideeën, en misschien was het in die tijd ook wel mode lid te zijn van dit wat elitaire, intellectuele, maar ook sociale verbond. Hering was in ieder geval lid van de New Church van Philadelphia, en was altijd bereid om de filosofische punten van overeenkomst tussen de homeopathie van Hahnemann en de leer van Swedenborg ter discussie te stellen. Het blijft overigens de vraag of veel homeopaten lid werden van de Swedenborgiaanse New Church puur uit religieuze overtuiging. Er zijn geen aanwijzingen dat de grote homeopaten een rol speelden in de dagelijkse organisatie van het kerkgenootschap. Waarschijnlijker is, dat veel homeopaten in de filosofie van Swedenborg een uitgewerkt stelsel zagen, dat hen kon helpen om de homeopathie een steviger fundament te geven. Swedenborg en Kent Volgens Pierre Schmidt ging Kent pas echt tot de Swedenborgianen behoren, toe zijn vrouw overleed. Op dat moment was hij reeds rector van de 'Philadelphia Postgraduate School of Homeopathy'. Dit contact met de filosofie van Swedenborg moet dan gezocht worden tussen 1888-1899. Maar volgens de auteur Frederic Schmid was Kents tweede vrouw Clara echter een leidende figuur van de Swedenborgiaanse Kerk in Philadelphia, en is hij via haar in contact gekomen met Swedenborg. Hoewel Garth Wilkinson bekend stond als homeopaat en vertaler van Swedenborg, is er geen direct bewijs dat Kent de vertalingen van Wilkinson ook echt gelezen heeft. De invloed van zijn tweede vrouw Clara Louise Kent (1856-1943) op Kents werk moet niet onderschat worden: 'The Repertory [of Homeopathic Materia Medica] has been edited and revised by Clara Louise Kent, beloved widow of the illustrious author.' Volgens Truehertz zijn Kents Lesser Writings in dit opzicht het belangrijkst. Kents verwijzingen naar Swedenborg zijn in zijn andere werken indirect. Kent noemde zijn potentiereeks 'octaves in the serie of degrees' (30, 200, M, 10M, 50M, CM, MM), overeenkomend met Swedenborgs Doctrine of Degrees en zijn ideeën over de oneindigheid. Kent becommentarieerde Herings Laws of Cure, als volgt: 'The innermost man consists of will, understanding and memory, and these are extended outward through the general physical organism. This idea belongs here in concideration of the direction of the symptoms - from the innermost to the outermost.' 'This idea is applied in a practical sense of hierarchy of symptoms to be repertorised.' 'The physical organs correspond to the internal man; to the will and understanding.' (overeenkomend met Swedenborgs Leer der Graden). Uiteindelijk in zijn Lesser Writings schrijft Kent: 'Through familiarity with Swedenborg, I have found the correspondences wrought out from the Word of God harmonious with all I have learnt.' Bij de herdruk van Kent's Lectures on Homeopathic Philosophy verscheen er onder andere een voorwoord van George G. Starkey: 'Doctor Kent was confessedly indebted to another mastermind, Emanuel Swedenborg, whose position as a scientist and investigator is tardedly being recognized by leading scientists in Europe and America. With a genius that combined in unique degree the faculties of intuition and of rational deductions, Swedenborg brought out certain new doctrines. Amoung these were the doctrines of Series and Degrees.' Volgens Starkey zou Kent ook gezegd hebben: 'All my teaching is founded on that of Hahnemann and of Swedenborg; their teachings correspond perfectly.'

Swedenborgs Correspondentie Leer

Voor Swedenborg was het fundamenteel, dat er een mystieke correspondentie bestond tussen de geestelijke wereld en onze materiele zaken. Swedenborg leerde dat de vorm en de functie van de mens (de microcosmos), gemodelleerd was naar het voorbeeld van de spirituele, hogere werkelijkheid (de macrocosmos). Alles wat er in die hogere wereld bestond en gebeurde, had zijn weerschijn op het gelijkende, dat zich in de wereldlijke werkelijkheid op aarde bevond. Dit concept van correspondenties [overeenstemmingen] is al heel oud, en werd vóór Swedenborg al op verschillende manieren gevonden in de alchemistische traditie. Swedenborgs Correspondentieleer beschouwde het universum als een symbolisch systeem, welk in een goddelijk licht gesteld kon worden, maar dan in verschillende graden. Het is een zuiver symbolisme, waarin alles in de buitenwereld zichtbaar in de natuur, een spiritueel equivalent in de binnenwereld heeft. De Swedenborgianen beschouwen de correspondentieleer direct als een natuurwet, die er altijd geweest was. De correspondentieleer is het centrale punt in de theorie waarin Swedenborg de spirituele wereld verbindt met de materiele werkelijkheid. De volgelingen van Swedenborg vonden in de homeopathie van Hahnemann een wetenschappelijk systeem dat in termen van geneeskunde exact overeenkwam met de principes van de correspondentieleer. Volgens Emerson: 'Swedenborg saw and showed the connections between Nature and the affections of the Soul.'

Swedenborgs Leer der Graden

In 'Oeconomia Regni Animalis' en 'Regni Animalis' beschreef Swedenborg zijn studies naar de anatomie en de psychologie van de mens, twee velden die voor Swedenborg overigens alles met elkaar te maken hadden. Swedenborg bestudeerde de anatomie, maar beschouwde deze niet alleen als iets objectiefs, op zich, maar wenste de anatomie van het lichaam ook te zien als het Koninkrijk van de Ziel, iets wat ook in de titels van zijn wetenschappelijke werken tot uitdrukking komt. Swedenborg onderscheidde drie hiërarchische structuren in de mens, die spiraalsgewijs met elkaar verbonden waren. Bovenaan stond de Ziel, met de Wil als drijfveer, als gevoel [voor dit niveau gebruiken Swedenborgianen de term singular, uniek of eigen]. Het middelste niveau is de Rede, met het intellect en de intentie [voor dit niveau wordt de term particular gebruikt]. Het laagste niveau draagt de verbeelding, de herinnering en het verlangen in zich, en beïnvloed nog lager de lichaamsfuncties. Dit laatste niveau van de psyche wordt general genoemd. Dit onderdeel van Swedenborgs leer komt op meerdere plaatsen in de Kentiaanse homeopathie terug. In de eerste plaats is het een verklaring voor de door Kent benadrukte noodzaak tot hiërarchisatie van symptomen, met andere woorden het uitmaken welke symptomen bij welke Swedenborgiaanse laag van de psyche passen. Het is bijna ongelofelijk te moeten vaststellen dat begrippen particulars en generals door Kent ontleend zijn aan het mensbeeld van Emanuel Swedenborg. In Kents oorspronkelijke teksten werden de termen particular en general geïntroduceerd, en overgenomen in hun toelichting bij het 'Repertorium' van Margaret Tyler en John Weir. Volgens Kent ligt de essentie van het mens-zijn in: 'The mans wills and understands, the cadaver does not will and does not understand. The combination of these two, the will and understanding, constitute man. Conjoined they make life and activity, they manifacture the body and cause all things of the body. With the will and understanding operating in order we have a healthy man.' De particulars zijn de symptomen die betrekking hebben op dit gebied van de 'Will and Understanding'. De mental symptoms hebben betrekking op de intellectuele functies en de rationele reacties op emoties en stemming; en de generals de symptomen die op de gehele mens slaan. De hiërarchische indeling van de psyche in de genoemde drie niveau's in Swedenborgs Doctrine of Degrees, klinkt door in Kents: Use of the Repertory: 'First - are those relating to the loves and hates, of desires and aversions. [Swedenborgs Ziel, het unieke] Next - are those belonging to the rational mind, so called Intellectual Mind. [Swedenborgs Rede, met het intellect] Thirdly - those belonging to the memory.' [Swedenborgs Herinnering, het derde niveau] In datzelfde 'Use of the Repertory' komt nog een vroeger facet van Swedenborg naar voren: in zijn eerste anatomische studies had Swedenborg zich vooral op het bloed en de lichaamsvloeistoffen gericht, aangezien hij deze essentieel achtte voor de funkties van het lichaam. Kent vervolgt zijn aanwijzingen voor Repertorium-gebruik aldus: 'The next symptoms that are most important are those related to the entire man and his entire body, or his blood and fluids: as sensitiveness to heat, to cold, to storm, to rest, to night, to day, to time. They include both symptoms and modalties.' De plaats en de opvatting over de typisch homeopathische modaliteiten afkomstig uit Swedenborgs vroegste anatomische werk ? De zogenaamde Kentse reeks in de potentiestappen ontleent ook iets essentieels aan Swedenborg. Deze had een ingewikkelde voorstelling van de Oneindigheid (Infinite), waarbij gesteld werd dat de oneindigheid in stappen benaderd diende te worden. De weg naar de oneindigheid verliep in bepaalde graden of Degrees. Kent: 'de potenties hebben hun aangrijpingspunt in een ziek lichaam overeenkomstig hun graad van verdunning. De hoogste potenties komen tot in het middenniveau (Hersenen), en wellicht tot het hoogste niveau, de Ziel. In deze voorstelling worden potenties gezien als vormen van mentaal-spirituele energie, een gedachte die gemeengoed is in de klassieke homeopathie.' De essentie in de natuur van de mens wordt volgens Swedenborg geregeld door de basale spirituele impuls - dit komt overeen met Hahnemanns idee dat ziekte vooral veroorzaakt wordt door een ontregeling van de Vital Force, de Dynamis. De Swedenborgianen beschouwen ziekte altijd als een verstoring van de binnenste, psychische kern van de mens en daarom is ziekte altijd een psychisch probleem, met symptomen en facetten van de 'mind' van de patiënt en zijn spirituele existentie. Dit komt overeen met de principiële prevalentie die Kent in zijn Lectures toekent aan de psychische symptomen van de 'Mind'. Twentyman concludeerde in het British Homeopathic Journal van 1956 al: 'One took is that Kent was a pure Hahnemannian, but of course he was not. He was synthesis of Hahnemann and Swedenborg.'

Epiloog:

De Stam en de Scholen De werken van Kent zijn nog steeds zeer invloedrijk en het is verbazingwekkend dat het belang van de filosofische ideeën van Emanuel Swedenborg hierbij zo lang ongenoemd is gebleven. Dit kan waarschijnlijk toegeschreven worden aan de tegenstrijdige opvattingen in de homeopathie, die er opmerkelijk genoeg allemaal belang bij lijken te hebben Swedenborg te verzwijgen. De verspreiding van de homeopathische filosofie van Kent over Europa loopt mogelijk over twee lijnen. In het begin van de 20e eeuw ging Margaret Tyler naar de Verenigde Staten om homeopathie te studeren onder Kent. Terug in Engeland stimuleerde ze andere homeopathische artsen, financieel ondersteund door een beurs van haar moeder, Lady Tyler, om studies te volgen bij Kent. Een van de eersten die hiervan gebruik maakte was Dr. John Weir, die na terugkomst in 1909 een belangrijke unitaire stempel op de ontwikkeling van de homeopathie in Engeland zou drukken. De Swedenborgiaanse invloed is ook bij Margaret Tyler en John Weir onmiskenbaar aanwezig: in hun geschrift Repertorising benadrukken zij het Hiërarchisatie-principe als 'Granding of Symptoms'. Swedenborg gebruikt de term 'Granding of Degrees'.

De tweede ingang in Europa van Kents homeopathie loopt via Pierre Schmidt en betreft vooral het Franse en Duitstalige gebied Volgens de gezaghebbende Franse homeopathisch arts Denis Demarque, een groot tegenstander van Swedenborg en Kent, is de homeopathie gescheiden in twee parallelle stromingen, waarvan de ene gekenmerkt wordt door het handhaven van een materialistisch concept van homeopathie, met het vasthouden aan de weefselleer, de biologische meetbaarheid en chemische reacties. Aan de andere kant staat de vitalistische homeopathie, die blijft vasthouden aan de archaïsche uitgangspunten van Samuel Hahnemann. Demarque vindt dat de moderne homeopathie geheel losgemaakt moet worden van de vroegere metafysica en filosofie die aan haar theorievorming heeft bijgedragen, maar die nu een opname van de homeopathie in de moderne wetenschappelijke geneeskunde in de weg staat. Demarque acht deze erfenissen nutteloos, en vindt dat dit deel het best verloochend kan worden. Uit deze bijdrage moge duidelijk zijn, dat ondergetekende hiertegen stelling wenst te nemen.

Emiel van Galen, 1994.

 

 

Dit essay werd voorgedragem tijdens het Swedenborg Symposium te Amersfoort in 1994; en gepubliceerd in het tijdschrift Swedenborgiana - Editie 10 - 1995.

Digitale uitgave: Swedenborg Boekhuis 1997.