Gedurende de feestdagen publiceren we dagelijks een of enkele korte kerst-overdenkingen.

Als u volgend jaar ook ieder weekeinde een korte overdenking wilt ontvangen meldt u dan aan via: overdenkingen@swedenborg.nl

 

 

En plotseling was er bij de engel bij hen, een menigte van de hemelse legermacht die God loofde en zei: ‘Ere zij God in de hoge, en vrede op aarde, in mensen een welbehagen.’ (Lukas 2: 8-14)

Lees verder

 

  • Hij nam Hem op in zijn armen: Kracht en hoop voor de toekomst En toen zij hun schatkisten hadden geopend, brachten zij geschenken aan Hem: goud, wierook en mirre. (Mattheüs 2:1-12)

Lees verder

 

  • Toen deed Jozef, opgewekt uit de slaap, wat de engel van de Heer hem geboden had en nam zijn vrouw mee en bekende haar niet voordat zij haar eerstgeboren Zoon had voortgebracht.
  • En hij noemde Zijn naam Jezus. (Mattheüs 1: 24-25)

Lees verder

 

Toen koning Herodes de wijzen hoorde, raakte hij in verwarring, en heel Jeruzalem met hem. En hij stuurde hen naar Bethlehem en zei: ‘Ga zorgvuldig op zoek naar het jonge kind, en wanneer u Hem hebt gevonden, bericht het mij, opdat ik ook mag komen en Hem aanbidden.’ Toen ze de koning hadden aangehoord, gingen zij op weg. (Mattheüs 2: 1-18)

 

Lees verder

 

Toen nu Jezus was geboren in Bethlehem, in Judea, in de dagen van Herodes de koning, zie, wijzen uit het oosten kwamen aan in Jeruzalem en zeiden: ‘Waar is Hij die als Koning der Joden is geboren? Want wij hebben Zijn ster in het Oosten gezien en zijn gekomen om Hem te aanbidden.’

Nadat zij de koning hadden aangehoord, vertrokken zij; en zie, de ster die zij in het Oosten hadden gezien, ging hun voor, totdat hij daar kwam en bleef staan waar het jonge kind was. Toen zij de ster zagen, verheugden ze zich met buitengewoon grote vreugde. (Mattheüs 2: 1-10)

 

Lees verder

 

En Maria zei: 'Mijn ziel maakt de Heer groot en mijn geest verheugt zich in God, mijn Heiland. Want Hij die machtig is, heeft grote dingen voor mij gedaan en heilig is Zijn naam.’ (Lukas 1: 46-55)

 

Lees verder.

  • En toen zij het huis waren binnengekomen, zagen zij het jonge kind met Maria, zijn moeder, en vielen neer en aanbaden Hem. (Mattheüs 2:1-12)
  • De engel zei tegen de herders: ‘Wees niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap die voor alle mensen zal zijn. Want er is voor u heden geboren in de stad van David, een Kindje, liggend in een kribbe.
  • Toen zij Hem nu hadden gezien, maakten zij overal het woord bekend dat hun over dit Kind was verteld.
  • (Lukas 2: 8-20)

Nu waren er in diezelfde streek herders die op het veld woonden en 's nachts hun kudde bewaakten. (Lukas 2: 8-14)

  • Het volk dat in het duister wandelt
  • zal een groot licht zien;
  • degenen die wonen in het land
  • van de schaduw van de dood,
  • over hen zal een licht schijnen. (Jesaja 9: 2)

Lees verder

En het geschiedde in die dagen dat er een gebod van keizer Augustus uitging dat de hele wereld moest worden geregistreerd. Deze eerste telling vond plaats toen Cyrenius Syrië regeerde.

Allen werden dus ingeschreven, iedereen in zijn eigen stad. Jozef ging ook op van Galilea, uit de stad Nazareth, naar Judea, naar de stad van David die Bethlehem wordt genoemd, omdat hij uit het huis en geslacht van David was, om te worden ingeschreven met Maria, zijn ondertrouwde vrouw, die zwanger was. En het geschiedde dat, terwijl zij daar waren, de dagen vervuld werden voor haar om te baren.

En zij baarde haar eerstgeboren Zoon, wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een kribbe, omdat er geen plaats voor hen was in de herberg. (Lukas 2: 1-7)

 

  • Toen zei Maria: 'Zie de dienstmaagd van de Heer!
  • Mij geschiede naar uw woord.’
  • En de engel verliet haar. (Lukas 1:38)

 

 

 

Eventuele reacties of vragen zullen worden beantwoord door de initiatiefnemers Henk Weevers en Guus Janssens.